Zomer

Hier vindt u de icoonsoorten die u in juni, juli en augustus kunt aantreffen in de gemeente.

Help mee de natuur in Papendrecht in beeld te brengen

Het is heel goed mogelijk dat u één van de icoonsoorten in de gemeente aantreft. Bij de specifieke icoonsoorten leest u wanneer de kans daarop het grootst is. Heeft u één van de icoonsoorten gezien? Geef dan de locatie door via waarneming.nl. Zo brengen we samen de natuur van Papendrecht in beeld.   

gewone oeverlibel

De Gewone Oeverlibel is een icoonsoort die je vooral in de zomermaanden ziet. Het is een veelvoorkomende soort, dus de kans is groot dat je hem tegenkomt.  Oeverlibellen vind je vaak in de buurt van water. Wat voor water maakt ze niet veel uit. Je vindt ze bijvoorbeeld langs vijvers, sloten en vaarten. Op deze plaatsen gaan ze op zoek naar nieuwe leefgebieden. Als de Oevelibelle een geschikt leefgebied heeft gevonden, zet het vrouwtje haar eitjes af in het water. Dit doet zij door vliegend met de achterlijfspunt op het wateroppervlak te tikken. Het mannetje vliegt meestal dicht bij haar in de buurt, om concurrenten te verjagen. Voordat je de libel ziet, leven ze eerst 2 tot 3 jaar als larven onder water in de modder tussen plantenresten. Daarna kruipen ze vanaf mei aan de waterkant uit hun larvenhuidje en vliegen ze uit als libel.

Pijlvormig achterlijf
De Gewone Oeverlibel is de grootste oeverlibel. Kenmerkend is het pijlvormige achterlijf dat breed begint en eindigt in een punt. Vrouwtjes zijn bruin/zwart van kleur en mannetjes zijn blauw en hun achterlijf heeft een zwarte punt. Bijzonder aan de gewone oeverlibel is dat hij van kleur verandert bij het ouder worden. Jonge mannetjes beginnen bruin en worden blauw als ze volwassen zijn. Jonge vrouwtjes zijn juist geel en worden steeds bruiner. 

Wat eet de Gewone Oeverlibel?
Wat de oeverlibel eet verschilt per levensfase. Als larven eten ze allerlei waterbeestjes die kleiner zijn dan zijzelf, zoals watervlooien of kleine visjes. Vanaf het moment dat ze uitvliegen, eten ze meestal kleine insecten zoals muggen, vliegen en motjes.

Ferry van Jaarsveld vertelt in deze video meer over deze soort: De icoonsoorten van Papendrecht - gewone oeverlibel

Gewone oeverlibel (Kroon, Gewone oeverlibel)

platbuik

De platbuik is een grote libel met een zeer breed achterlijf. Je kunt hem tegenkomen van eind april tot begin september. Deze soort komt meer voor in een stedelijke omgeving dan in het buitengebied. Hij is vooral te vinden in de buurt van stilstaand of langzaam stromend water. De kans dat je deze libel ziet vliegen langs één van de watergangen in Papendrecht is erg groot. De platbuik houdt van een omgeving met weinig waterbeplanting. En ook van oevers met niet al te veel oeverbegroeiing. De platbuik zet zijn eitjes in groepjes af in ondiep water. De larven die uit de eitjes komen, blijven twee jaar in de modder voordat ze het water uitkruipen en een libel worden. 
Het mannetje heeft na het uitsluipen een oranje kleur, maar wordt uiteindelijk blauw. Een volwassen vrouwtje is bruin. De voor- en achtervleugels hebben aan de basis een donkere vlek. De platbuik eet voornamelijk kleine insecten zoals vliegen en muggen. 

In deze video vertelt Ferry van Jaarsveld meer over deze soort: De icoonsoorten van Papendrecht - de platbuik

Platbuik_website

gierzwaluw

 

De Gierzwaluw is een vogel die wel 10 maanden aan één stuk door vliegt. Geen enkele andere vogel doet hem dit na. Gierzwaluwen doen alles in de lucht: eten, drinken, slapen en zelfs paren. De Gierzwaluw komt ieder jaar terug naar het nest van het jaar ervoor. Daarom zijn de nesten van gierzwaluwen ook beschermd. Het zijn koloniebroeders. Dat betekent dat ze graag hun nesten in de buurt van elkaar maken. 

Kenmerken
Het is een donkere vogel die herkenbaar is aan zijn sikkelvormige vleugels. Omdat de Gierzwaluw maar weinig op de grond komt, heeft hij maar korte poten. Je ziet ze vaak in groepjes en ze maken een herkenbaar schreeuwend geluid. Hij maakt snelle, diepe vleugelslagen, die hij afwisselt met lange glij- of zweefvluchten.

Wanneer is de Gierzwaluw te zien?
De Gierzwaluw overwintert in Afrika en komt meestal rond april terug in Papendrecht. Dan zijn ze ongeveer drie maanden in Nederland om te broeden. Dit doen zij in gebouwen, in holtes en onder dakpannen. Het mannetje en vrouwtje broeden beide en wisselen elkaar daarbij regelmatig af. Zodra hun jongen sterk genoeg zijn, beginnen ze in de loop van juli met hun tocht naar het zuiden. 

In deze video vertelt Ferry van Jaarsveld meer over deze bijzondere vogel: De icoonsoorten van Papendrecht - de gierzwaluw

Gierzwaluw


 

argusvlinder

De argusvlinder is een bruin/oranje vlinder met bovenop de vleugels zwarte oogvlekken. De Argusvlinder zet haar eitjes af op grassen en wanneer de eitjes zijn uitgekomen, voeden de rupsen zich met deze grassen. (Zogenaamde waardplanten). Wanneer de rups is verpopt tot vlinder bestaat de voeding uit Vlinderstruiken, Braam en Rode klaver.  In de gemeente Papendrecht worden veel bermen ecologisch beheerd en gemaaid, zodat ook de Argusvlinder voldoende voedsel kan vinden. Vlinderkastjes zijn leuk om te plaatsen, zodat de Argusvlinder misschien ook de weg naar uw tuin of balkon weet te vinden.

Ferry van Jaarsveld vertelt er meer over in deze video: De icoonsoorten van Papendrecht - de argusvlinder

Argusvlinder

tuinbladsnijder

De tuinbladsnijder is één van de meest voorkomende bijen in Nederland. Vooral in de zomer kom je deze Papendrechtse icoonsoort tegen in je tuin.  Deze soort nestelt in holtes van bomen, muren en holle stengels, maar ook in de bodem.

Het vrouwtje maakt de nesten met stukjes bladgroen die zij met haar kaken van bijvoorbeeld de roos, eik of berk snijdt. Hieraan dankt de soort zijn naam. Van de stukjes blad maakt ze kokertjes, die ze achter elkaar plaatst in de holtes. De koker sluit ze af, zodat er geen water, schimmels of andere ongewenste indringers binnen kunnen komen.

Het vrouwtje heeft een geelbruine beharing die op de bovenkant van de kop en het borststuk iets donkerder is. De haarborstels op de buik zijn fel roodoranje gekleurd. Het mannetje heeft nagenoeg dezelfde beharing als het vrouwtje. Het mannetje heeft alleen geen buikschuier.

Ferry van Jaarsveld vertelt er meer over in deze video: De icoonsoorten van Papendrecht - de tuinbladsnijder

Tuinbladsnijder

​​​​​​pluimvoetbij

De pluimvoetbij is een grote bij die eenvoudig te herkennen is aan de fel gele tot oranje pluimen aan de achterpoten, heldere witte bandjes op zijn lijf en een deels zwarte rug en kop. De pluimvoeten gebruikt zij om stuifmeel te verzamelen, maar ook om zand mee weg te vegen voor de nestingang. De pluimvoetbij nestelt zich graag in zand en tussen stenen bestrating. Het nest kan zich wel een halve meter onder de grond bevinden. Je kunt deze soort van begin juni tot begin september tegenkomen. Vooral op gele bloemen van schermhavikskruid, echt bitterkruid of de wilde cichorei, want de pluimvoetbij haalt zijn nectar het liefst uit kruiden en distels.

Ferry van Jaarsveld vertelt er meer over in deze video: De icoonsoorten van Papendrecht - de pluimvoetbij

Pluimvoetbij

zandhommel

De zandhommel is een icoonsoort die het lastig heeft. Vroeger kwam deze hommel in heel het land voor. Nu alleen nog voornamelijk op de Zuid-Hollandse eilanden. Het is lang geleden dat de zandhommel in Papendrecht is gezien. Het is een grijze hommel met bruin/zwarte streepjes. Over het borststuk loopt een grote zwarte band. Oudere zandhommels verkleuren naar lichtbruin. De soort heeft een voorkeur voor open typisch oud-Hollandse landschappen zoals bloemrijke waarden, in bermen langs slikken, polderdijken, natte hooi- en graslanden. De zandhommel maakt nesten bovengronds, onder graspollen en mos. Je kunt deze hommel tegenkomen tussen maart en midden augustus. Intensieve begrazing/maaien is niet goed voor deze soort. Om Papendrecht ook aantrekkelijk te maken voor de zandhommel worden bermen ecologisch beheerd en gefaseerd gemaaid.

Ferry van Jaarsveld vertelt meer over deze soort in deze video: De icoonsoorten van Papendrecht - de zandhommel
Zandhommel