Lente

Op deze pagina leest u meer over de icoonsoorten die u in de lente kunt aantreffen in de gemeente Papendrecht. Ook vindt u er tips om uw tuin aantrekkelijker te maken voor deze soorten.

Icoonsoorten voorjaar

 

Help mee de natuur in Papendrecht in beeld te brengen

Het is heel goed mogelijk dat u één van de icoonsoorten in de gemeente aantreft. Bij de specifieke icoonsoorten leest u wanneer de kans daarop het grootst is. Heeft u één van de icoonsoorten gezien? Geef dan de locatie door via waarneming.nl. Zo brengen we samen de natuur van Papendrecht in beeld.  

De huismus

Huismussen leven in groepsverband en waarschuwen elkaar bij dreigend gevaar. De huismus voelt zich thuis in een rommelige en menselijke omgeving. Hij zoekt graag de beschutting van kleine bomen en heggen op. Hun nesten vind je onder dakpannen, in gaten en kieren van gebouwen. Huismussen hebben twee tot drie legsels per broedseizoen. Nesten maken ze van takjes, stro, veertjes en hondenharen.

Uiterlijke kenmerken
Mannetjes zien er anders uit dan vrouwtjes. Mannetjes zijn veel donkerder bruin van kleur. Kenmerkend aan het mannetje zijn de witte vleugelstrepen en zijn grijze kruin. Dominante mannetjes hebben meer zwart op de borst dan mussen lager in de rangorde. Het vrouwtje is lichtbruin en heeft een opvallende wenkbrauwstreep.

Hoe krijg je huismussen in je tuin?
Je krijgt ze in je tuin door extra zaadjes aan te bieden, een vogelbadje van zand te maken of door liguster of klimop te planten in je tuin.

Wat eet de huismus?
De huismus eet onder andere zaden, granen, bloemknoppen en bessen. In de broedtijd voornamelijk insecten.

In onderstaande film vertelt Ferry van Jaarsveld je meer over de huismus:

 

De roerdomp

De Roerdomp is een steltloper en leeft in grote natte rietvelden. Het is een compact geelbruine reiger met volmaakte camouflage voor zijn leefomgeving. Het typische geluid van een Roerdomp wordt omschreven als een laag en diep “hompen”. Zijn voedsel bestaat uit vissen, amfibieën, grote waterinsecten en soms kleine zoogdieren zoals de Woelmuis. De Roerdomp is lastig te spotten en is beter te vinden door goed te luisteren. In de gemeente Papendrecht komt de Roerdomp nu voor in Polder Nieuwland. Door daar gefaseerd het riet te maaien zorgt de gemeente ervoor dat er een goede leefomgeving voor de Roerdomp blijft bestaan. Ferry van Jaarsveld vertelt er meer over in onderstaande video:

 

Weidehommel, Steenhommel en Tuinhommel

Deze maand zoomen we in op de hommel, in het bijzonder de weidehommel, de steenhommel en de tuinhommel. Veel mensen weten dit niet, maar hommels zijn ook bijen. Ze zien er wel duidelijk anders uit met hun wollige, kleurrijke beharing en bijna altijd zwarte kop. In Nederland zijn 29 soorten hommels bekend en deze kunnen we indelen in 4 categorieën: bruinruggen, roodkonten, witkonten en geelkonten. De Weidehommel en Steenhommel zijn Roodkonten. De tuinhommel is een Witkont. Hommels leveren net als andere bestuivers een grote bijdrage aan de biodiversiteit. Ferry van Jaarsveld gaat in onderstaande video in op de kenmerken van de verschillende hommels die ook icoonsoorten zijn: de weidehommel, steenhommel en tuinhommel. 

Waar draagt een hommel aan bij?

Hommels zijn net als honingbijen belangrijke bestuivers van gewassen en wilde planten. 

Verschil met honingbijen

Hommels lijken qua leefwijze heel erg op honingbijen, alleen leven ze in de vrije natuur en worden niet zoals honingbijen verzorgd door een imker. Hommels hebben net als honingbijen een koningin. Dat zijn de grote hommels die u in het voorjaar ziet vliegen. De koninginnen hebben een winterslaap gehouden en gaan nadat ze weer zijn aangesterkt een geschikte nestgelegenheid zoeken. Dat kan ondergronds en bovengronds zoals tussen graspollen, in een hoop bladeren of in een stapeltje stenen. Sommige hommels gebruiken ook gaatjes in de spouw.. In het nest legt ze eitjes waar net als bij honingbijen werksters uitkomen. Een hommel kan omdat ze zo behaard is goed tegen de kou. Bij een paar graden boven nul zie je de hommels al vliegen. terwijl de honingbijen dan nog in de bijenkasten zitten. 

Hoe krijgt u hommels in uw tuin?

Het is leuk om hommels in uw tuin te hebben. Ze zijn totaal niet agressief, ze steken alleen als ze zich bedreigd voelen. Dit laten ze merken door op hun zij of rug te gaan liggen met de pootjes omhoog wuivend en angel naar voren. Maar in de meeste gevallen vliegen ze gewoon weg ook omdat ze het te druk hebben met het verzorgen van het nest.

U helpt de hommel goed uit zijn winterslaap te komen door voedselplanten die vroeg bloeien te planten. Denk bijvoorbeeld aan sneeuwklokjes, krokussen en blauwe druifjes. Ook kunt u zorgen voor nestgelegenheid in uw tuin.  

 

Grote Wolbij

Een icoonsoort die je meer ziet in stedelijk gebied dan in 'echte' natuur. De Grote wolbij is een zwart met geel gekleurde bij en is niet zo harig als andere bijen, waardoor hij aan een wesp doet denken. De Grote wolbij hangt regelmatig even stil in de lucht en lijkt daardoor ook wel op een zweefvlieg. Het vrouwtje verzamelt stuifmeel met haar “buikschuier”, dit is een lange, dichte beharing onderop haar achterlijf. Mannetjes gebruiken hun lange, witte haren aan de poten. De Grote wolbij is niet heel kieskeurig qua smaak in bloemen, maar hij heeft een zekere voorkeur voor vlinder- en lipbloemen en helmkruidachtigen. Grote wolbijen zijn bijvoorbeeld vaak te zien op bloemen van moerasandoorn.

Voor het vrouwtje is het belangrijk dat er planten met harige bladeren of stengels in de buurt zijn. Zij knaagt deze haren van de planten af en neemt ze mee naar het nest. Dit 'wollige' nest wordt in allerlei holten in dood hout en in muurspleten gemaakt. Bij uitzondering maken wolbijen een nest in bijenhotels, maar meestal geven ze de voorkeur aan iets ruimere behuizing, zoals in kieren in metselwerk en kleine bloempotjes. Overigens zijn wolbijen wel regelmatig in bijenhotels te zien, maar deze gebruiken ze dan vooral als overnachtingsplek. De grote wolbij komt in Nederland meer voor in stedelijk gebied dan in 'echte' natuur. 

In de gemeente Papendrecht worden veel bermen ecologisch beheerd en gemaaid, zodat de Grote wolbij voldoende voedsel kan vinden. Door een leuk bijen- of insectenhotel in de tuin of op balkon te plaatsen, vergroot u de kans dat deze mooie diertjes ook bij u langs komen. 

In onderstaande video vertelt Ferry van Jaarsveld meer over de grote wolbij:

De dotterbloem

Wanneer kom je dotterbloemen tegen?
Een bijzonder kenmerk van de dotterbloem is dat deze plantensoort als één van de eerste bloeit in het voorjaar. Je kunt ze in maart / april tegenkomen. Doordat ze vroeg in het voorjaar bloeien, spelen ze een belangrijke rol voor insecten zoals bijen en hommels die dan, na hun 'winterslaap', extra afhankelijk zijn van de nectar en het stuifmeel van deze bloemen. 

Hoe ziet de dotterbloem eruit?
De dotterbloem herken je aan zijn grote, heldergele (platte) bloemen. De plant heeft ovale bladeren en lange stelen die hier boven uitsteken. Een dotterbloem overwinterd ondergronds en kan in het groeiseizoen tot 50 centimeter hoog worden. 

Waar kom je de dotterbloem tegen?
De dotterbloem groeit voornamelijk op vochtige en voedselrijke bodems, vooral langs het water kun je deze soort tegenkomen. 

Het belang van bloemen / planten 
De aanwezigheid van verschillende bloemen en planten zorgt ervoor dat andere (icoon)soorten zoals bijen, hommels en vlinders ook gebieden in Papendrecht als leefgebied uitkiezen. Ook is de dotterbloem belangrijk voor de stabilisatie van oevers van waterwegen. Voorkomt erosie en zorgt ervoor dat de bodem bij elkaar blijft. 

Bijzondere soort: de spindotterbloem
In onze regio komt naast de 'normale' dotterbloem ook nog een afwijkend type dotterbloem voor: de spindotterbloem. Deze groeit net als de normale dotterbloem graag op natte gronden, maar is gebonden aan het zoetwatergetijdengebied waar onder andere de rivieren langs Papendrecht en de Biesbosch deel van uitmaken.

Behoud van de plantensoort
In Papendrecht draagt de gemeente bij aan het behoud van deze plantensoort door groene zones in te richten met geschikte habitat voor de plant, zoals het aanleggen van natuurlijke oevers. Kortom, de dotterbloem is een belangrijke plantensoort voor het behoud van biodiversiteit en het functioneren van het ecosysteem in onze gemeente. Het is belangrijk dat we deze plantensoort beschermen en behouden voor toekomstige generaties.

Wat kun je zelf doen?
Als je zelf iets wilt doen aan de natuur dan kun je in eigen tuin of op je balkon ook kiezen voor wilde planten. De dotterbloem doet het bijvoorbeeld prima in natte grond bij een vijver of in een container met natte grond.

In onderstaande film vertelt Ferry van Jaarsveld je meer over de dotterbloem:

 

 

Bruin blauwtje

Het bruin blauwtje is een bruine vlinder met witte randen om de vleugels. Op de bovenkant van de vleugels zitten oranje vlekjes en op de onderkant zwarte stippen. Het mannetje heeft aan de onderzijde van de vleugels een blauwe gloed, vrouwtjes hebben dit niet. Deze vlinders zijn van mei tot oktober te zien en de kans is groot dat u ze ziet vliegen bij wegbermen en grote kruidenrijke grasvelden.

Deze vlinder staat op de rode lijst van Flora en Fauna, met als opmerking gevoelig. Dat wil zeggen dat er een achteruitgang is van het aantal vlinders. Het bruin blauwtje zet haar eitjes af op de onderkant van de bladeren van diverse soorten ooievaarsbek. Ze hebben dan de voorkeur voor de dikke, vlezige bladeren. Deze vlinder brengt relatief veel tijd door met het zoeken naar nectar en dit doen ze voornamelijk bij Jacobskruiskruid, Boerenwormkruid en Duizendblad. Ze brengen de nacht door in groepjes en hangen dan met de kop naar beneden in de vegetatie. In de gemeente Papendrecht worden veel bermen ecologisch beheer en gemaaid, waardoor er voedselaanbod blijft voor het Bruin blauwtje.